Wet luchtvaart
Artikel 5.5
1
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ter bescherming van de openbare veiligheid bij het gebruik van het luchtruim, ter bevordering van het veilige, ordelijke en vlotte verloop van het luchtverkeer of ter bescherming van personen of zaken aan boord van het luchtvaartuig of op het aardoppervlak regels worden gesteld aan deelnemers van het luchtverkeer.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorts regels worden gesteld betreffende:
a
de uitvoering van vluchten;
b
de met betrekking tot de uitvoering van vluchten te verstrekken inlichtingen;
c
de communicatie tussen deelnemers aan het luchtverkeer onderling en met de instanties en organisaties belast met het verlenen van luchtverkeersdiensten;
d
de in en ten behoeve van het luchtverkeer te gebruiken tekens en seinen;
e
het gebruik van het luchtruim anders dan door luchtverkeer; en
f
gedrag van het verkeer op een luchtvaartterrein.
3
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat kan ontheffing of vrijstelling verlenen van het bepaalde bij of krachtens het eerste en tweede lid, mede met inachtneming van het veilige, ordelijke en vlotte verloop van het luchtverkeer. Aan de ontheffing of vrijstelling kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden. Het is verboden in strijd met die voorschriften of beperkingen te handelen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.